zondag 12 juni 2011

In zwarte golven

Als inkt

Maar met een minder zichtbare indruk

Laat ik mij vallen

Dieper

Wanneer zwaartekracht zijn grip verliest

En de stroom mij meevoert

Besef ik dat richting altijd een beperkte optie is

Behalve met echte inkt

En dromen

donderdag 4 november 2010

Ad captandum vulgus

Een golf van paniek gaat over de werkvloer. Een onbestemd gegrom komt los uit zelfs de stilste hoeken van de kantoorruimte. Mensen kijken elkaar verward aan, met een blik in hun ogen die bestemd lijkt te zijn voor het besef dat alle hoop verloren is.
Er wordt wat heen en weer gelopen, maar mensen komen onbevredigd terug uit de eens zo geliefde hoek voorin de ruimte. Als ze de hoek omkomen, worden ze vol verwachting aangekeken door collega's, maar deze zakken vol wanhoop terug in hun stoelen, zodra ze de verslagen blik zien in de ogen van de persoon die het goede nieuws zou moeten brengen.

Het werktempo komt steeds lager te liggen en een opstand lijkt op handen te zijn. De vermoeide zuchten van hen die opgegeven hebben, worden al overstemd door strijdlustige kreten van geboren leiders. Er wordt om actie geroepen...

Dan komt de bevrijdende kreet:

De koffieautomaat is gemaakt!

Een zucht van verlichting trekt door de ruimte. Mensen beginnen voorzichtig te lachen en bewegen zich kalm en beheerst in een lange rij richting het object van hun verlangen. Er is geen spoor meer te vinden van opstandigheid en chaos.

Geeft het volk koffie en chocomelk!

woensdag 28 januari 2009

De kerk: nog even de slotzegening, en dan eindelijk naar bed!

Het is weer zondagmorgen. De wekker gaat veel te vroeg en je zit je af te vragen of je het ‘daar wil ik graag Amen op horen’ van de pinksterdominee niet over kan slaan. Natuurlijk zijn er ook nog de baptisten, maar daarvoor moet je een kwartier langer fietsen. De katholieke kerk dan maar? Nee, die begint een half uur vroeger, dat is een te groot offer op de zondagmorgen.

Voor veel christelijke jongeren gaat de wekker veel te vroeg op zondag. Voor mij ook vaak. Zaterdagavond is toch de ik-ben-jong-en-ik-wil-wat-avond. Tussen de bekende gezichten die ik deze zaterdagnacht tegenkwam in het centrum van Doetinchem, waren er een paar van mensen die ik ken uit de kerk. Ik vraag me dan altijd af of ik ze de volgende ochtend weer zal zien. Een half uur later vraag ik me af of ze mij de volgende ochtend wel weer zullen zien. “Maar ja, het is veel te leuk om nu al naar huis te gaan!”


Veel christelijke jongeren willen wel uitgaan, maar de kerk willen ze zondag ook niet overslaan. Sommigen denken een oplossing op het probleem te hebben gevonden: zij gaan uit, ontbijten, naar de kerk en daarna komt het slapen wel. Ik zie de poster al hangen: De kerk: nog even de slotzegening, en dan eindelijk naar bed! De rij bij de koffie bestaat nu vooral uit slaperige, jonge gezichten met een uitdrukking van: misschien houdt de koffie me nog even op de been. De koffie als laatste redmiddel. Na Jezus is er de koffie. Misschien hebben ze het dan toch beter geregeld in Hellevoetsluis, waar de kerken in het uitgaanscentrum van de stad pas beginnen rond half twaalf. De jeugdbijeenkomst op de zondagavond is natuurlijk ook een optie.

Toch is er misschien hoop. Steeds meer jongeren uit mijn omgeving hebben het uitgaan op de zaterdag afgezworen. Of ze drinken iets minder, wat het opstaan aanzienlijk makkelijker maakt. Misschien zouden we met zijn allen maar eens moeten beslissen om maar niet meer uit te gaan. Het zou een hele verandering zijn om alle mensen fris in de kerk te zien zitten. Als iedereen het over de zondag zou hebben en niet over de zaterdagnacht. Als iedereen het over levend water zou hebben in plaats van bier. Als iedereen zou zingen in plaats van snurken….
Ach ja, voorlopig wordt ik nog even gestoord door mijn wekker die maar niet ophoudt. Ik zou graag naar de katholieke kerk maar ik ben nog zo moe! Toch het overdreven fanatieke ‘daar wil ik graag Amen op horen’ van de pinksterdominee dan maar…

woensdag 7 mei 2008

Soms heb je van die dagen. Je zit achter de computer, op je eigen, zelf opgezette, zogenaamd intelligente en helemaal niet zo interessante als-je-wel-zou-willen- weblog. Dan gebeurt het: je voelt Inspiratie opborrelen! Dat is zo'n heerlijk gevoel! Het begint in je teen (welke teen valt niet te zeggen) en kruipt dan langzaam langs je nette gladgeschoren benen omhoog, die morgen of overmorgen zeker te zien zullen zijn onder een rokje, want het voorjaar is losgebarsten uit de mistroostige greep van de winter en heeft toegeslagen met een warmte die Nederlanders weer de ultieme kans geeft om te klagen.
Dan kruipt het langzaam door je dijen heen, waar een moment geleden je ellebogen nog op rustten omdat je net terugkwam van een veel te lange, saaie dag op de schoolredactie van de Lokale Omroep Ede en je dus weer een dag heerlijk chillen in het Arnhemse Sonsbeekpark bent misgelopen. en dan...dan bereikt het je buik, waar het even lekker blijft hangen,borrelen en uiteindelijk fladderen, tot je er werkelijk kriebels van krijgt. Diezelfde buik was net nog gevuld met een grote knoop omdat je bedacht dat je nog een halve week school tegemoet gaat en dus weer die lekkere zon misloopt die na deze veel te drukke week natuurlijk hide & seek gaat spelen tot minstens september. En dan bedenk je je dat je mensen iets interessants wil laten weten, je hebt immers Inspiratie! Dan vliegt het gevoel in een flits naar je hart, dat begint te kloppen van de spanning. Ongeveer net zo als wanneer ik denk aan de heerlijke, Kroatische strandwandelingen met mijn lief die me te wachten staan over iets minder dan drie maanden , waarbij hij me ongetwijfeld vaak zal laten weten hoe mooi hij mijn groene ogen vind. Diezelfde ogen worden nu groot van nieuwsgierigheid en spanning: waar zal ik over schrijven? Waar kan ik die energie in kwijt? Die vraag wordt niet beantwoord door die grote, vragende ogen, dus besluit mijn inspiratiewolk zich te beraden bij mijn grijze massa, die, door 3 jaren harde journalistiektraining vast een antwoord heeft op dit moeilijke vraagstuk. Dat kan toch niet moeilijk zijn voor een journalist, een onderwerpje verzinnen voor een weblog? Al die frustratie, verkeerd weergegeven informatie waardoor het wereldbeeld van weer minstens 1000 wereldvreemde nederlanders helemaal verkeerd wordt bijgesteld en verschrikkelijke gebeurtenissen in de wereld die jij graag zou omschrijven naar jouw visie en waarbij je anderen niet wilt onthouden van jouw interessante en goed onderlegde analyses....
Maar het blijft stil. Verdacht stil. En de wolk wordt donkerder en zwaarder. En dan begint het te regenen. Met kleine tranen van verdriet sijpelt de kostbare Inspiratie door je lichaam, de tranen banen zich een weg, terug naar je teen. waar ze zullen rusten tot ze weer compleet zijn en de stroom weer opwaarts wordt gestuwd door een mystieke kracht die geen mens weet te controleren. En geschokt besef je, dat je weer niks zinnigs op papier hebt gezet....

dinsdag 8 januari 2008

Westwood loves....?

Dit verslag schreef ik in mijn eerste jaar naar aanleiding van de documentaire 'Westwood loves you'. Ik vond hem laatst terug en was opnieuw geschokt.... Dit slaat toch echt alles? Genade is hier ver te zoeken, als christenen zich al zo gaan gedragen, wat is er dan toch gebeurd met Liefde? Ik weet niet waar Westwood van houdt, maar zeker niet van mensen.

DE KEUZE VAN HONDURAS: DE HEL OF MEDICIJNEN?

Door: Stéphanie Goudswaard

“God, we danken U dat dit team mag gaan”. Met deze zin begint voorganger Jimmy Caywood de expeditie van verschillende leden van de Westwood Baptist Church in Amerika. De expeditie gaat naar Honduras, waar de leden medicijnen zullen gaan uitdelen. Misschien is uitdelen geen goed woord, want: zonder Jezus in je hart, geen medicijnen!

Het blauw met gele busje rijdt door de stoffige weggetjes door de jungle van Honduras. Binnen in het busje zit de sfeer er al goed in. Verschillende vrijwilligers van het zendelingenproject in Honduras zingen Spaanse liederen mee met de gitaarspeler die zijn melodieën uitstort in het gangpad van het busje. Onder de vrijwilligers bevindt zich onder andere Rachel Peterson, een tienermeisje dat zich geroepen voelt haar leven te wijden aan Gods werk. Jimmy is blij dat Rachel deel uitmaakt van de expeditie, “Ze is een lief en zorgzaam meisje dat haar leven toewijdt aan God. Deze ervaring zal haar leven zeker veranderen!”. Jan Hartley, een evangelist die de rol van dokter zal vervullen is ook van de partij. Volgens hem kan de missie niet mislukken: “hoe armer de mensen, hoe meer ze voor je open staan!”.

De inwoners van het dorpje kijken nieuwsgierig naar de mensen die uit het busje stappen. Waarschijnlijk hebben de meesten hier weinig contact met westerse mensen. Amerikanen zijn hier dan ook een echte attractie. Toch zijn ze hier niet om zelf gezien te worden, ze willen dat de mensen Jezus gaan zien. Dit gaan ze doen door kerkdiensten te organiseren in het dorp. Schijnbaar vinden de expeditieleden de immense hitte hier niet genoeg, de mensen moeten warm worden voor God. Toch wordt het de meeste mensen hier eerder heet onder de voeten van de prijs van gezondheidszorg. Daarom is er een oplossing: Jezus in je hart betekent gratis medische hulp.
Maar wat als je Jezus niet aanneemt als redder en verslosser? De openingspreek van Jimmy Caywood zegt al genoeg: “In deze kerk zijn twee deuren, in de hemel niet. Sommigen zullen proberen om via een achterdeur binnen te komen, maar dat zal niet lukken. Jezus zal ze teruggooien in de hel, en daar zul je branden! Branden! Voor eeuwig branden!”
Ook hebben mensen die nog niet zeker zijn van een plaats in de hemel, schijnbaar ook geen plaats in de kliniek. Want: zonder God, geen medicijnen, zonder Jezus in je hart, geen tandartshulp!
Het systeem is simpel. Een inwoner van het dorp laat zich registreren voor de benodigde behandelingen. Als deze persoon vervolgens een dienst bijwoont krijgt hij of zij een stempel waarmee medische hulp verkregen kan worden.

Klinkt makkelijk, maar dat is het niet. Eenmaal bij de dokter wacht je nog een vraag.
“Geloof je in God?”, vraagt Jan Hartley aan een man die zijn praktijk komt bezoeken. De man luistert naar de vertaalster en dan blijft het even stil. Met een verontschuldigend glimlachje op zijn gezicht antwoordt hij: “ik zie wel wat de toekomst brengt”. Jan lijkt even van zijn stuk, maar geeft dan de man zijn stempelkaart terug. Hij kan vertrekken. Zonder medicijnen.
Gods wil of niet? Hoe dan ook, terug in de Westwood Baptist Church wordt vol trots verteld dat er maar liefst 468 bekeerlingen bij zijn in Honduras. 468 bekeerlingen, of 468 mensen die behoefte hadden aan medicijnen? Als het aan de zendelingen ligt, was het een groot succes. Ze gaan niet met lege handen naar huis, iedereen krijgt een certificaat als bewijs van het goede werk en de hulp die ze hebben geleverd aan de mensen van het dorp. Nou ja, aan de mensen die bereid waren te bidden voor verlossing dan…


Toch gebeuren dit soort dingen nog steeds. Sommige christelijke organisaties zetten zich alleen maar in voor andere christenen. Deed Jezus dat soms? Heeft Jezus ooit gezegd dat we alleen maar van mensen mogen houden die ook in Hem geloven? Met wat voor beeld van christenen blijven de mensen in Honduras achter, de mensen die blijven zitten met pijn in hun mond, in hun buik of wonden die maar blijven ontsteken. Een busje christenen, mensen die barmhartig zouden moeten zijn, arriveren. Met hen arriveert ook de hoop op genezing. En dan wordt het de mensen geweigerd, alleen omdat ze niet zomaar ineens hun eigen religie of ongeloof opzij kunnen zetten en daar eerlijk over zijn. Daar kan ik nou echt kwaad om worden. En ja hoor, het zijn weer Amerikanen....

donderdag 6 december 2007

утешение (troost)

silence,
so endless,
it hurts my ears to hear,
not because of the unspoken words,
but because you are not here to ease my fear.

угроза (dreiging)

Het zand stuift op. De persoon die verantwoordelijk is voor het veroorzaken van deze tijdelijke verstoring van de rust, lijkt zich niet bewust te zijn van zijn omgeving. Zijn pet, die hem moet beschermen tegen de stralen van de zon, zelfs in deze tweede helft van september nog heel fel, hangt half over zijn ogen. Zijn blauwe spijkerbroek vervaagt tegen het felle groen uit zijn omgeving. De vogels fluiten nog iets harder dan normaal, ze willen nog geen afscheid nemen van de zomer, terwijl de bladeren langzaam ritselen door een egeltje op zoek naar een geschikte plek voor zijn winterslaap. De man loopt verder. Vroeger zou hij dit pad van zijn oude boerderijtje naar het dorp afleggen in minder dan een half uur. Nu kost het hem een half uur om op de helft te komen. Druppeltjes zweet lopen, geleid door de diepe groeven in zijn gezicht, naar beneden. Het egeltje stopt met scharrelen terwijl de vogels hun strijd voortzetten. De man loopt verder. Zijn gedachten zijn niet meer bij het leven, maar bij de dood. Twee jaar is het nu, dat hij leeft zonder zijn vrouw. Bijna twee jaar geleden is het, dat hij zijn kleinkinderen voor het laatst zag. Zijn kinderen vluchtten voor het leven in het dorp en zelfs voor het leven in dit land, waar hij zijn hele leven doorbracht. Als hij sterft, zal het alleen zijn. Er trekt een wolk voor de zon. Langzaam wordt het kouder. Het zweet wordt kil en trekt het gezicht van de man samen. Ergens klinkt het schrille geschreeuw van een fazant. De man let er niet op. Hij weet dat tijd voorbij gaat en niet te stoppen is. Hij weet dat ook de gevolgen van tijd niet te stoppen zijn. Hij geeft het vechten op, hij heeft het al opgegeven. Ook zijn tijd zal stoppen. In de verte doemt de kerktoren op van het dorp. Een baken in de lucht. De lucht die ook verandert. De zon die niet te lang geleden nog als een aureool om de toren straalde, is vervangen door een kwaadaardig gezwel van zwarte mist die de hemel opeist en de stralen van de zon gevangen houdt. De vogels verliezen hun strijd. Het gezang blijft hangen in de toppen van de bomen die zacht beginnen te wiegen, bang beseffen ze opnieuw dat ook zij niet de macht hebben om de tijd te stoppen. De bladeren beginnen opnieuw te ritselen, de wind eist zijn macht op en weet dat zijn seizoen op doorbreken staat. De egel zoekt beschutting en de vogels lijken te zijn verdwenen. Opgelost in het geheel van groen, dat snel zal overgaan in rood en bruin tot het geheel verdwenen zal zijn. De natuur moet sterven, om weer levend te kunnen worden. De man knikt, hij weet dat het zover is. Voor hem betekent tijd leven, en ook hij zal ooit moeten sterven.